In een boek van Anton Coolen “Dorp aan de rivier”, zou de hoofdpersoon Tjerk van Teake gebaseerd zijn op een echte arts; Jacob Wiegersma. Het verhaal gaat dat er vroeger een huisarts op Stad woonde die de vader zou zijn van Jacob. De Stadse arts is Hendrik Jacobs Wiegersma: Geneesheer, geboren op 10-05-1840 te Boornbergum, overleden op 18-05-1887 te Stad aan ‘t Haringvliet op 47-jarige leeftijd.

Volgens het boekje “Stad zoals het was” werd Hans J. Wiegersma in Ureterp geboren en was hij eerst huisarts in Surhuisterveen en later in Culemborg. Hij kwam in 15 juli 1883 als huisarts naar Stad aan ‘t Haringvliet toen Thorn Leeson vertrok, omdat dr. J. Prins Fockes uit Den Bommel hem patiënten afsnoepte.

Het was een excentrieke dokter die twee borreltjes per dag als medicijn gebruikte. Hij liep als een arend in het dorp en deed de buitenpraktijk per paard en reed dan dwars door de velden want “hoeks op is nader”. Wiegersma was erg arm en had geen boter op zijn brood (“Stadje Droog broad”), want dat kon hij niet betalen en dus zei hij dat het ongezond was. Zijn kinderen kwamen zaterdags niet op school, want dan werden hun enige kleren gewassen. Het doktershuis (nu van de familie Maas) werd voor hem door de gemeente gebouwd. Hij stierf al na 4 jaar en had geen opvolger (vrij wonen en 1300 gulden salaris per jaar was niet aantrekkelijk), waardoor er onderwijzers in het huis kwamen wonen. De praktijk werd jaren waargenomen door Prins Fockes uit Den Bommel en later door dokter Knöps uit Sommelsdijk.

Pas in 1905 kreeg Stad weer een eigen huisarts en wel A.W. van Toorenenbergen (zie ook artikel van J. Goossen in de Oude Wereld van vereniging de Motte). Wiegersma ‘s dochter trouwde met P.M. van Nierop, gemeentesecretaris in ‘s Gravenzande. Zoon Jacob werd huisarts in Lith (zijn huis is inmiddels een museum).

Zoon Hendrik werd huisarts in Deurne; de laatste zou als Tjerk van Take in het dorp aan de rivier beschreven zijn, maar Herman Maas denkt eerder dat het toch Jacob was. Hendrik werd een soort kruidendokter die veel mensen van buiten de provincie trok en zich omringde met beroemde kunstenaars. Hij schilderde zelf ook (de tante van Herman Maas had een schilderij van hem boven haar bureau hangen) en de zoon Hendrik was de vriend van Wim Sonneveld en schreef mee aan zijn cabarets. Het huis in Deurne is nu ook een museum.